Ik zat met mijn gezin een weekje in een heerlijk huisje in Zuid-Limburg. De eigenaar van het huisje heeft 4 pony’s en bood aan dat wij wel een middag mochten rijden. Nou heb ik een soort van haat-liefde verhouding met paarden. Rond mijn 8ste heb ik in mijn beleving vier jaar op paardrijles gezeten maar volgens mijn moeder was het ‘slechts’ één jaar. Ik vond paarden toen echt geweldig. Inmiddels ben ik een beetje bang voor ze. En alsof ze mijn angst aanvoelen, blijven ze ook altijd uit mijn buurt. Hoe ‘fuck-off’ leiderschap ten goede komt.
Rustig blijven ademhalen
Terug naar dat weekje en het aanbod. Mijn dochter van 12 wil al heel lang een keer paardrijden dus dit was haar kans. Ik had beloofd ook mee te rijden. Dus daar gingen we. De dochter des huizes, laten we haar Evi noemen, begeleidde ons. We moesten Kerel (zo heet de pony waar wij op mochten rijden) eerst uit de wei halen waar hij met zijn drie vriendjes stond. Slik. Ik vond dat al best spannend en dacht ‘laat ik dat ook maar direct hardop zeggen’. Mijn dochter beaamde dat zij het ook spannend vond. En direct werd het al minder eng. Pony’s zijn van nature heel nieuwsgierig kwam ik achter. Al snel waren we door alle vier omringd. Eén pony (of was het een paard?) was indrukwekkend groot. Ergens wist ik dat het enige dat me te doen stond, was rustig blijven ademhalen. Dat hielp.
Gedachtes als ‘ik moet dit wel goed doen’, ‘ik moet nu mijn leiderschap tonen’ en ‘oh, zul je zien dat hij niet wil’ buitelden over elkaar heen in fractie van seconden. Daarna dacht ik ‘fuck off’.
Evi deed Kerel een halter om en gaf het hengsel aan mij. “Neem hem maar mee naar de stal”. Direct ging mijn script* in werking. Gedachtes als ‘ik moet dit wel goed doen’, ‘ik moet nu mijn leiderschap tonen’ en ‘oh, zul je zien dat hij niet wil’ buitelden over elkaar heen in fractie van seconden. Daarna dacht ik ‘fuck-off’. Ik vind het spannend, Kerel zal het spannend vinden dus als hij niet mee wil, so be it. Dat was bevrijdend.
En inderdaad, Kerel wilde niet mee. Ook bij Evi wilde hij niet mee maar met haar ervaring kreeg ze hem met gemak bij de stallen. Toen ze eenmaal ook het vriendje van Kerel erbij gehaald had, ontspande Kerel. En mijn dochter en ik inmiddels ook. We mochten hem eerst uitgebreid borstelen. Door zo contact te maken met hem en zijn lijf, kwam er bij mij wat meer rust en vertrouwen. Ik begon tegen hem te praten en begon er van te genieten.
Ik voelde de liefde voor hem maar ook voor mezelf!
Na het borstelen en optuigen, mocht ik hem naar de bak begeleiden. Met mijn herwonnen zelfvertrouwen én nog steeds met de gedachte ‘het is ok als me dit niet lukt’ heb ik hem in de buitenbak gekregen. Ik kreeg er steeds meer plezier in. Toen ik eenmaal op hem zat (zal je de details hierover besparen), leek het of mijn lijf herkende wat ik moest doen van toen ik 8 was. Hoe ik moest zitten, hoe ik mijn handen moest houden en hoe ik mijn benen tegen het lijf van Kerel aan moest drukken. Zonder ‘moeten’ heb ik hem geleid en heerlijk rondjes gereden. Rechtsom, linksom. Wow! Ik voelde de liefde voor hem maar ook voor mezelf!
Vanuit vertrouwen de teugels én vastpakken én kunnen laten vieren
Ik heb de rest van de middag een dikke grijns op mijn gezicht gehad. Wat was dit een toffe ervaring. Ik realiseerde me dat het bewust zijn van mijn eerste (beperkende) gedachtes en het loslaten daarvan, zo bepalend is geweest voor deze middag. Mijn angst mocht er zijn. En het gevoel dat ik ok ben ook al zou ik Kerel nergens mee naar toe krijgen, was zo bevrijdend. Ik realiseerde me ook dat dít is waar leiderschap over gaat. Vanuit vertrouwen de teugels én vastpakken én kunnen laten vieren. Niet vanuit de kramp. Wel vanuit liefde voor jezelf én voor die ander. En ja, dat is en blijft bij tijd en wijle rete spannend!
……………………………………..
Wil jij deze leiderschapslessen ook leren? Schrijf e dan in voor CoResolve, het tweedaagse leiderschapsprogramma gebaseerd op Deep Democracy. Tijdens deze dagen leer je onder meer hoe je én achterover kunt leunen in vertrouwen én kunt kaderen tegelijkertijd.
* Script komt Transactionele Analyse en gaat om patronen die wij ontwikkelen als kind om te ‘overleven’