Mooi hoor, dat verbinden met de ander. Maar hoe doe ik dat wanneer ik zélf in het conflict zit.. en het persoonlijk wordt? In conflict verbinden met de ander. Hoe dan?
Ik begeleid teams in conflict. Of op z’n minst wanneer er niet lekker samengewerkt wordt. Als buitenstaander is het ergens makkelijk. Ik kan ‘t als begeleider vaak prima observeren en mijn neutraliteit beter bewaken. Ik zit er immers zelf niet in. Maar ik zat er dus laatst wel flink middenin. Arnold Mindell noemt dat mooi ‘sitting in the fire’. Een fiks conflict in een groep waar ik zelf deel van uit maakte en waar ik echt enorm op werd uitgedaagd. Het triggerde me het op te schrijven. Hoe verbind ik met iemand die me zo raakt?
What happened?
Een tijd geleden nam ik deel aan een meerdaagse training, met een bonte mix van deelnemers: internationaal, divers van afkomst en achtergrond.
Lea, een van de deelnemers, had bij ‘t begin in de groep aangegeven een aandoening te hebben waardoor omgevingsgeluiden sterker bij haar binnen kwamen. Haar vraag was of de trainers in de opleiding daar rekening mee konden houden. Om voor mij onduidelijke redenen is dat verzoek niet naar haar tevredenheid ingevuld. Het feit dat ze zich onvoldoende gehoord en gediscrimineerd voelde vanwege haar beperking, werd een groot issue in de groep.
Er ontstond een stevige polariteit in de groep.
Het gebeurde gewoon. Dat begon met een paar los lijkende opmerkingen zo gedurende de training. Maar langzaamaan begon dat steeds meer zichtbare vormen aan te nemen. Kleine groepjes die zich gedurende de training terug trokken in break out rooms, gesprekken en mailwisselingen buiten de training om etc etc.
Het onderwerp werd snel veel groter dan Lea. Beperking en je gediscrimineerd voelen zijn geen lichte onderwerpen. Lea leek symbool te worden voor slachtoffer, en de trainers werden dader. Verbazingwekkend hoe snel dat ging, en ook grootendeels ‘onderhuids’ en niet zichtbaar voor ‘t geheel. Het werd in ieder geval niet openlijk in de groep uitgesproken. De trainers bleven daarvan weg leek het. De spanning was goed voelbaar. Het begon te polariseren.
Als deelnemer in de groep voelde ik dat ik gedwongen werd een kant te kiezen.
Was ik voor of tegen Lea en identificeerde ik me daarmee als dader of slachtoffer. Het gebeurde gewoon. Het werd ineens super persoonlijk. De neutraliteit die ik normaal gesproken wel aardig kan voelen in mijn rol als begeleider was nergens te bekennen. Ik voelde dat ik me direct identificeerde met de trainers. Ik werd nl geraakt in oude pijn. In de ‘aanklacht’ naar de trainers voelde ook ik me aangeklaagd. Omdat ik gezond was, en geen beperking had. Dus wat had ik in godsnaam te vertellen.
I was privileged. Het maakte me boos. Wat wist zij nou van mij.
Welke rol beperking in mijn leven had en nog steeds heeft. Komende uit een gezin met een gehandicapte broer kende ik de rol van ‘gezonde’ zus erg goed, en heb ik me daar ontelbare keren schuldig door gevoeld, het goed willen maken en last willen dragen. Ik voelde me geraakt in mijn eigen gemis van aandacht vroeger, simpelweg omdat mijn broer die nodig had en kreeg. Hoe zij nu ook gewoon weer die aandacht kreeg, maakte me furieus, ook al zei mijn rationele brein dat ik totaal geen recht van spreken had. Ik vond dat ik mijn mond maar gewoon moest houden, want hoe zou mijn eigen verleden nou ooit gelijk staan aan dat van haar..of van ieder ander met een beperking. Dus hield ik mijn irritatie en gekwetstheid voor me. Niet effectief natuurlijk. Alsof je een bal onder water probeert te houden. Ok…dus wat nu?
Er in blijven was ook geen optie, hoe verleidelijk ook in mijn eigen gelijk en boosheid rond te zwemmen.
Het heeft eerlijk gezegd even geduurd. Ik moest er echt even afstand van nemen om te kunnen stilstaan bij wat er met me aan de hand was. Mijn eigen verleden herkennen, daar waar ‘t mij raakte, was een ontzettend belangrijk inzicht. Ik kon daardoor mijn reactie op haar in het hier en nu uiteindelijke los van elkaar zien. En zag daardoor ook een gelijkenis, iets wat we gemeen hadden. Beiden voelden we ons ergens niet gezien en erkend in wie we zijn. Ook al hebben we beiden een ander verhaal, ergens delen we dat met elkaar. Die realisatie maakte dat ik weer in kon stappen, en werd ik niet meer gegijzeld door de situatie of mijn eigen emoties als reactie daarop. Ik werd er letterlijk en figuurlijk meer ontspannen van.
In conflict is jezelf goed kennen zo belangrijk.
Daar ben ik nu weer eens even flink aan herinnert. Je voorkomt niet dat je soms ook geraakt wordt, we nemen immers allemaal ons eigen verhaal en historie mee. Dat echter te durven inzien en van je eigen gelijk af te stappen, want daar gaat ‘t niet om, is een eerste stap voorwaarts. Niet om perse goeie vrienden te worden, maar wel om je weer anders tot elkaar te kunnen verhouden en uit de kramp van ‘t conflict te komen.